
Frankrijk
In Frankrijk bestaat een levendige belangstelling voor de nationale historie,
mythologieën en folklore,
voor alles wat te maken heeft met de wordingsgeschiedenis van Europa en Frankrijk in het bijzonder. Zeker als die
in relatie wordt gezien met specifieke plaatsen en geografische verschijnselen.
De auteurs, J.Circare, D.Boudaille, G.R.Doumayrou, X.Guichard en M.Guinguand die wij hebben hebben
geraadpleegd combineren in het algemeen hun empirische onderzoekingen, zoals metingen die uiteenlopen van geologische
verschijnselen tot getalsmatig geografisch inventariseren en schematiseren van plaatsen t.o.v. elkaar, met interpretaties
die wetenschappelijk onderbouwd kunnen zijn, maar vaak ook neigen naar esoterische, symbolische en ook religieuze
gebieden. Zelfs uiterst speculatieve historische toeschrijvingen en complottheorieën worden niet geschuwd.
Wat
zij met elkaar gemeen hebben is een voorliefde voor kaarten, structuren en systemen die een specifieke betekenis
hebben, ingetekend op kaarten, voor alle processen die Frankrijk hebben gevormd, zoals die zijn af te lezen aan
allerlei in de werkelijkheid voorkomende bijzonder plaatsen.
Geometrische basispatronen, als cirkel, driehoek en
vierkant, worden zichtbaar wanneer deze auteurs de werkelijke ligging ten opzichte van elkaar van belangrijke plaatsen
op de kaart aan de orde stellen. Dat lukt hen alleen als er behoorlijk grote marges gehanteerd worden, zoals ons
is gebleken toen we de gesuggereerde, bijna wiskundige exactheid, eens nader onder de loupe hebben genomen.
Sommige auteurs geven bepaalde afwijkingen aan, maar zijn daar vaak ook heel slordig mee.
Een voorbeeld daarvan laat
onze vergelijkende analyse van de "Grote Cirkels" van J.Circare en D.Boudaille zien. (Zie
bij D.Boudaille)
Een exacte positie van een bepaalde geïsoleerde plek is wel aan te geven.
Maar hoe zit dat wanneer dorpen, en soms steden genoemd worden?
Welke kaartprojectie is gebruikt, en welke schaal
is gehanteerd?
Elke geometrische vorm op een kaart getekend raakt wel aan allerlei plekken, wat zijn de criteria
voor hun keuze?
Wij concluderen dat er veel geloof is in een mythische geografie, waar op zich niets tegen is en
een gedreven onderzoek daarvan is bewonderenswaardig.
Feiten en fictie komen hierin bij elkaar. Maar enkele kanttekeningen
willen wij wel plaatsen, daar waar de bewijsvoering soms wel erg speculatief wordt.
Nico Hemelaar/Jan Zeven