Nescio en de kolonie Tames
1. Huizen 1867
2. Huizen 1907
3. schets J. de Wilde
4. kadaster 1880
5. kadaster 1903
6. topografie 2004
7. luchtfoto 2016
Onderzoek naar de locatie
De locatie waar Tames zich bevond lag tussen de Oud Bussumerweg, en
de Nieuwe Bussumerweg (oorspronkelijk een zandweg), en wordt op de gemeenteplattegrond
aangegeven als Thames en Luchtkasteel.
Ooit stond daar een boerderij die Tames heette, gelegen aan de Oud Bussummerweg.
Het gebied werd daarna ook wel het buurtschap Tames genoemd.
We zijn uitgegaan van de schets van Jan de Wilde uit uit zijn
brief aan Grönloh dd 22 december 1901 (afb.3)
en het artikel van M. Heijder "Het buurtschap Tames en Nescio. TVE 13e
jrg. 1995", met daarin voor ons waardevolle aanknopingspunten:
- Het Tolhuis, halte van de stoomtram waarmee vanuit Amsterdam
werd gereisd.
- De namen van de wegen die het gebiedje begrensden, de Binnenweg
naar Bussum
(de latere Oud Bussummerweg) en de Zandweg
(de latere Nieuwe Bussummerweg).
- Het ernaast gelegen landje van 400 roeden, geeft daardoor een indicatie
over de grootte van het Tameslandje. De grootte van de 4 percelen
is ook bekend uit andere bronnen, nl. 1,37 ha.
- Een gedeelte uit de kadasterkaart van de gemeente Huizen uit 1880
(afb.4)en het uittreksel
uit het kadastrale plan van 1903 (afb.5),
met daarop aangegeven 4 naast elkaar gelegen percelen.
Projectie van de oppervlaktegegevens, de kadasterkaarten en de aangrenzende
wegen resulteerde in een trapeziumvormig gebied, op de kaart blauw aangegeven,
waarbinnen het Tameslandje zich bevond. (afb.6)
Vanaf het tolhuis gingen de jongens te voet via een laantje met aan
weerszijden struikgewas (Jan de Wilde), richting de Zandweg. Dit onverharde
pad liep parallel met een ander pad, de latere Tameslaan.
Aangekomen op de Zandweg een stukje rechtsaf arriveerden de jongens
op hun Landje.
De vermoedelijke route is met een blauwe lijn aangegeven.
(afb.6)
- Een moderne luchtfoto (2004) met kavels en bebouwing.
Diverse toponiemen verwijzen naar Tames:
- Naast een boerderij aan de Nieuwe Bussumerweg bevindt zich een bijgebouw
met daarop de naam Tameshoeve.
- Een villa met op het toegangshek de naam Tames, hoek van de Oud Bussummerweg
en de Patrijslaan.
- Op de gemeentelijke plattegrond wordt de Thameslaan vermeld, nu een
bospad.
- Het nabijgelegen dagrecreatieterrein heet Tames, en de bewoners uit
de naaste omgeving spreken over de Tamesheide, grenzend aan het dagrecreatieterrein.
Tames wordt een enkele keer ook als Thames geschreven.
Tekstfragmenten, een keuze
In “De Pionier” van 25 oct.1902 stond in de rubriek “Uit de Kolonies”
een op verzoek van de redactie ingezonden stuk van (vermoedelijk) Johannes
Zwolsman, kunstschilder en vriend van Grönloh en één van de leden van
de Tames gemeenschap.
Twee fragmenten:
"Toen hebben wij onder leiding van onzen timmerman
des avonds na werktijd in een loods te Amsterdam hout voor een huisje
bewerkt en geschilderd. Dan gebeurde het, dat een persoon die 's avonds
om 6 uur gedaan had, heelemaal van den Overtoom naar Zeeburg kwam loopen,
daar om half acht was, tot twaalf uur werkte, om den volgenden morgen
om 6 uur weer op de fabriek te zijn. Op een dreinerigen Zaterdagmorgen
werd het klaargemaakte verladen, waarbij het geval zich voordeed, dat
een kantoorklerk als sjouwerman fungeerde, om dan na een verwisseling
van kleeding à la minute, hals over kop naar 't kantoor te rennen en
de pen weer te voeren.“
"Den volgenden dag werd onder een hevigen sneeuwstorm
begonnen met het optrekken van het huisje. Verder werd alles na werktijd
en des Zondags in orde gemaakt. Wij hebben vast een onzer er heen gezonden,
die echter zoals te begrijpen is nog niet veel heeft kunnen doen. Wanneer
er wat geld aanwezig was zouden wij een paar huisjes bouwen, op den
grond gaan wonen en van buitenaf onze inkomsten blijven zoeken. De overgang
zou dan geleidelijk en het resultaat des te zekerder zijn."
Het is aannemelijk dat rondom 1900 er veel houten huisjes en schuurtjes
in dit landelijke gebied waren die nogal eens verplaatst en hergebruikt
werden. M.Heijder vermeldt in "Het buurtschap Tames en Nescio. TVE 13e
jrg. 1995", een notitie van Grönloh, die twee jaar na de opheffing van
Tames nog een weekend in het koloniehuisje doorbracht. L.Frerichs beschrijft
deze omstandigheid als volgt:
"… besproken teksten bevinden zich in een verzamelcahier met kladhandschriften.
Daarin staat allereerst het verhaal De herinnering. Het is de (idyllische)
herinnering aan een zomerdag in het Gooi, waarschijnlijk 13,14 of 15
juli 1905, dagen die Nescio heeft doorgebracht in het voormalige kolonistenhuisje
op Tames bij Huizen. Ook dit stukje is in 1911 of 1912 ingepast in de
eerste versie van Titaantjes":
"Tegen den avond zit ik voor mijn huisje in mijn
lage stoel pijpjes te rooken en ik lees. Het is wat koeler, de zon schuift
achter de kruinen in het westen. Nu loopen de Huizers die bij Naarden
op de suikerfabriek werken ver van mij over den straatweg naar huis.
In de groote stilte hoor ik hun stemmen. De zomeravond is beter en heiliger
dan de zomerdag. Ik kan mij dit alles herinneren, maar het lijkt lang
geleden. Ik ben nu moede en het beeld wordt wat vaag. Morgen schrijf
ik over den zomeravond".
Grönloh’s echtgenote verklaarde later bij het zien van de foto van het
huisje met de zes jongedames: "Dat is het huisje niet!" Zij kon het weten
aangezien ze nog de gordijntjes heeft gemaakt.
(foto’s gepubliceerd in het Schrijvers Prentenboek dl. 14,
Nescio. Uitgave van het letterkundig Museum en documentatiecentrum te
's-Gravenhage, eerste druk 1969)
De dochter van Nescio, mevrouw M.J.Boas-Grönloh omschreef later de kolonie:
Een schuur met een stuk land.
(Nescio, De Uitvreter. Een historisch-kritische
uitgave met commentaar over de genese van verhaal en verhaalfiguur,
verzorgd door Lieneke Frerichs. Deel 2/Apparaat. Van Gorcum, Assen/Maastricht
1990)
Met dank aan:
Rob Bindels, Lieneke Frerichs, M.Heijder, M.Verhoeff, Kadaster gemeente Huizen,
Stadsarchief gemeente Naarden.