Jörg Purner:
"De oriëntatie
van (vroeg christelijke) heiligdommen t.o.v. het noorden is min of meer O-W. De kleine afwijkingen, bijstellingen
hebben te maken met het aanpassen aan de lokale aardmagnetische richtingen en energiebanen.
Het altaar en het labyrint
blijken op de belangrijkste energiecentra te liggen, de kerk is er als het ware om heen gebouwd." (zie hieronder ill. 5.)
"De oude bouwmeesters hielden rekening met de leylijnen bij de bouw van een kerk. De oudste kerken en kathedralen
werden niet alleen op de plaats van een leycentrum gebouwd, maar heel zorgvuldig opgetrokken rondom de kern en aan
weerszijden van de hoofd-leylijn, die in een oost-west richting liep en de lengte-as van de kerk ging worden. Door
deze ontdekking is de afwijking van het oost-punt te verklaren. Op de plaats van de kern kwam het hoofdaltaar of
altaar, dus op de plek waar de O-W- en N-Z-lijnen elkaar kruisten.
Als er geen precieze O-W-lijn aanwezig was, werd
een aantal graden van het oostpunt afgeweken. De leylijn en het leycentrum waren dus belangrijker dan het voorschrift
om de kerk correct O-W te bouwen, en vormden tevens het cultuurhistorisch en religieus fundament van de samenleving.
"

1. Tellurische stromen Frankrijk, uit: Maurice Guinguand. Le berceau des cathédrales. Henri Veyrier Paris 1991.
2. Waterlopen Frankrijk, uit:Jean Circare. La france hermétique. Henri Veyrier Paris 1987.
3. Orientatie kerkgebouwen
Frankrijk,
4. id. Ierland,
5. Kathedraal St. Maurice, Angers met energielijnen.
Uit: Jörg Purner. Radiästhesie,
Ein Weg zum Licht?1988. M&T Verlag Zürich